top of page

Navigeren door de veranderingen: onthullende inzichten in de belastingveranderingen voor box 3

Bijgewerkt op: 15 nov. 2023

"Ondanks een demissionair kabinet zijn er op Prinsjesdag 2023 aanzienlijke fiscale veranderingen aangekondigd voor de komende jaren. Ook met nadruk op de belastingdruk in box 3. Daarom is het de moeite waard om in deze laatste weken van 2023 te bekijken welke financiële zaken u nog kunt regelen. In deze blog bespreek ik de veranderingen!"

1. Box 3

Met ingang van 2023 wordt er voor de belastingberekening over vermogen in box 3 de zogenoemde forfaitaire spaarvariant gebruikt. Daarin wordten 3 verschillende vermogenscategorieën onderscheiden: banktegoeden (spaargeld), overige bezittingen (2e woningen) en schulden.


Voor elke categorie wordt een ander forfaitair rendement gehanteerd. zo wordt er voor de "overige bezittingen" een vooraf vastgesteld rendement gehanteerd. Voor de andere categorieën is het zo dat deze achteraf berekend gemaakt worden. Niet vooraf vastgesteld dus. Er wordt echter wel een schatting gemaakt.


Zo worden er voor 2023 de volgende percentages gehanteerd. 0,01% (banktegoeden), 6,17 (overige bezittingen) en 2.46% (schulden). Is dit het percentage voor de belastingberekening? Nee. Dit is het percentage voor het vaststellen van het rendement. Dit is dus wat de belastingdienst verwacht dat jij verdient hebt met de desbetreffende categorie box 3 vermogen.


Na berekening van het forfaitair rendement met voorgaande percentages, is het tijd voor de berekening van de te betalen Box 3 belasting. Dit doe je over het bedrag aan rendement na aftrek van het "rendement van de schulden" (deze mag je aftrekken van het rendement van banktegoeden en overige bezittingen) hierover mag je in 2023 32% belasting betalen. in 2024 groeit dit naar 34%.


In dit geval is het dus mogelijk voordeliger om het vermogen onder te brengen in een zogenaamde spaar-BV, hier wordt namelijk niet je vermogen belast maar het daadwerkelijk gerealiseerde rendement. Dit kan zeker voordeliger uitvallen bij de verhuur van vermogen. Hier kun je namelijk in de spaar-BV de gemaakte kosten in mindering brengen van de opbrengsten en wordt gekeken naar het netto rendement.


Bespreek dit altijd eerst met uw fiscalist om te zien of dit voordelig is. De grondslag ligt op 1 januari 2024. Dus bij oprichting is het van belang dat dit gebeurd voor deze datum.


*De regering is van plan met ingang van 2024 ook op basis van werkelijk gerealiseerd rendement te hanteren.





6 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page